“Het is in Zwitzerland niet meer wat het was. We komen daar net vandaan. Uit Zurich. De winkels zien er uit alsof alles uit de bergen komt.”
“Ja dat komt door Corona”
“Nee, mama bedoelt omdat de Russen nu weg zijn.”
“Ja, dat bedoel ik. Zij kochten daar de dure kleren. Nu is het niets meer. Jammer hoor.”

Ik hoor het gesprek met verbijstering en opkomende misselijkheid aan. Ontstelt dat een oorlog teruggebracht wordt naar zoiets onbenulligs: we kunnen geen leuke kleren meer kopen in Zurich. Maar ook wel komisch dat het voor sommigen zo simpel kan zijn.

Ik probeer me te concentreren op mijn ademhaling. Het lukt niet. De misselijkheid wordt sterker. Word ik misselijk van de onderwerpen? Of het feit dat ‘two and a half women’ de stilte vullen met hun stemmen en er geen rekening mee houden dat we in een ruimte zijn met  mensen die sowieso niet veel kunnen hebben, die sensitiever zijn voor geluiden, die rust nodig hebben en niet zitten te wachten op kakelende kippen (oordeel)? Of, gewoonweg van de indringendheid en timbre van hun stemmen? Ik weet het niet en kan ze niet blokken. Normaal gesproken neem ik oordoppen mee. Deze keer ben ik ze vergeten.

Dit voelt net als de mensen die heel luid in hun telefoon gaan praten in een stilte coupé. Of in een gewone coupé heel hard een gesprek voeren terwijl je de tijd in de trein probeert door te brengen met lezen of stilte. Er is altijd, zoals nu ook, één stem die domineert. De prater. Degene die geen stiltes laat vallen en geen stiltes duldt. Die niet de tijd neemt om de ander ook aan het woord te laten. Die graag zijn eigen stem hoort. Die de ander in de rede valt of zonder te checken of iets klopt, conclusies trekt. Die met het verhaal, of een zin van de ander, aan de haal gaat en zo de aandacht weer naar zichzelf trekt. Die alles lijkt te begrijpen maar niets is minder waar. Veel wordt ingevuld vanuit eigen waarden, normen en overtuigingen. Niets wordt geverifiëerd. Hoeveel mensen ken jij in je omgeving die echt goed, ongehinderd en onbevooroordeeld kunnen luisteren? Die hun eigen gedachten en ego stil kunnen leggen?

Dit vond ik één van de belangrijkste eigenschappen als coach en een les die ik iedere dag opnieuw leer(de). Er helemaal zijn voor de ander zonder je eigen agenda, methodieken, plannen de opperhand te geven. Op slinkse wijze de ander sturen in een richting die jij wilt omdat je denkt dat je het beter weet. Deze trucjes ondergeschikt en dienend maken aan de ander. Dit was niet anders als leidinggevende. Dit vraagt om een groot vermogen om los te laten en alles los van jezelf te zien. Echt op eigen waarde te schatten.

Nu zit ik hier waar de stemmen weer binnendringen.

“..Nu krijgen vrouwen met die man een kind en met die man een kind en met die man een kind. Zo gaat het tegenwoordig. Triest hoor.”

Hmm?! Hoe zijn we hier aangeland?

“Ik groeide op in een gezin van negen broers en zussen. Mijn moeder deed het eigenlijk heel goed. Zij zorgde voor de kinderen.”
“Mijn vriendin kwam uit een gezin met zestien kinderen. S’morgens om 10:00 uur was alles klaar en had iedereen een taak.”
“Wij thuis ook. Nu heb je gezinnen waar beide ouders werken en er geen tijd is voor de kinderen. Er wordt niet voor ze gezorgd. Triest hoor.”

Ik zit in de kliniek waar ik mijn vitamine C infuus krij. Nu ook een infuus van oordelen over de rol van de vrouw en dan met name de moeder. Het is de 2e week na mijn 3e chemokuur. Deze oude dames hangen ook aan infusen. De ene chelatie en de ander vitamine C. Aan hun kleding en geffecteerde accenten dames van geld en van de oude stempel die hun mening over de werkende vrouw niet onder stoelen en banken stopt.

“…zo, u vindt die Kaag ook niets?”
“Nee die gaat ook niet lang blijven.”
“Hoe die Rutte met haar praat.”
“Hij praat helemaal niet met haar!”

Bij mij is inmiddels de maat vol. Ik riep de verpleegkundige,  vertel dat ik misselijk werd van het geluid die inmiddels als een steeds harder wordende dreun in mijn oren klinkt. Door dat je immuunsysteem een zware klap krijgt wanneer je chemotherapy hebt, worden allerlei sensitiviteiten vele malen versterkt. In de eerste week na de chemo kan ik slecht tegen allerlei geuren – lichaamsgeur (ook van mijn man en zoon), kookluchten, dagelijkse luchtjes, parfum – en veel lawaai, praten, veel vragen… In de loop van de weken gaat het zich normaliseren en dan mag ik weer aan de chemo en, begint het liedje opnieuw.

Ik mag naar een lege behandelkamer toe waar mijn zoon, Jaden, achter een laptop zit zijn eigen ding te doen. Hij heeft mij gebracht en wacht dan hier op mij. Heel erg lief en ook een manier om samen tijd doorbrengen al is het maar in de auto. Ik probeer de onderwerpen licht te houden en met hem te praten over zijn dagelijksheden. Straks na deze sessie in de kliniek ga ik samen met hem een leuk, hip, comfortabel en stoer outfit shoppen voor zijn personeelsfeest. Hij werkt parttime bij de Pathé. Dat is wat wij vaak deden en meer op verzoek van en naar behoefte van moeders dan dat Jaden daar zelf behoefte aan heeft. Cadeau van mij omdat hij ondanks alles en, een moeilijk start met zijn studie tijdens Corona, nu zijn eerste jaar Wiskunde aan de UU heeft gehaald met mooie cijfers. Yeah!

Ik installeer me in een kantoorstoel, aanzienlijk minder comfortabel dan de relaxfauteuils in de infuusruimte. Maar hé! Ik kan niet alles hebben.

De woorden en oordelen van de dames galmen door mijn hoofd heen.
Ik ben het oudste kind van een gezin waar met die man en die man en die man en die vrouw en die vrouw en die vrouw een kind werd gemaakt. Van dezelfde vader en moeder heb ik een broer en een zus. Van mijn vaderskant een broer en een zus van 2 verschilende moeders. En van mijn moederskant twee broers van 2 verschillende vaders. Totaal seven kinderen die in meer of mindere mate gescheiden van elkaar opgroeiden, vaak met één bioligische ouder soms in een ander land en in een andere taal. Is dat triest? Ik weet het niet. Wij zijn geworden wie wij zijn door onze roots en levensverhalen. Het is wat het is.

Ik ben zelf een vrouw die met die man en dan die man en dan die man een relatie heb gehad. Als kind van ouders die geen haar beter waren, geen oordeel, vonden ze het toch fijn als je voor de buitenwereld deed alsof je een brave vrouw bent die steeds bij dezelfde man bent gebleven. Dus vooral niet in gezelschap laten blijken dat je meerdere partners hebt gehad. De serieuse relaties die ik had waren met de mannen met wie ik een huis deelde. Met alle drie kocht ik samen een huis. Met de tweede kreeg ik een kind en met de derde trouwde ik officieel. Ik zeg officiel omdat ik met alledrie volgens islamitische rituelen getrouwd was maar dat wordt in Nederland niet wettelijk erkend. De eerste was mijn eerste en grote liefde. De tweede was mijn ingewikkelde liefde en vader van mij zoon. De derde Rik is degene waar alle andere relaties naartoe leidde. My last and forever love. Ik denk dat ik aan het thema relaties maar eens ook een stuk moet gaan schrijven. Misschien heb ik dat ergens tussen alle schrijverijen liggen. Wat zegt dit over mij? Dat ik nergens in blijf hangen wat slecht is voor mij. Dat ik niet zomaar opgeef maar dat wanneer ik een toxisch punt bereik ik knopen doorhak. Niet anders dat wat ik nu doe in mijn leven als het gaat om het kiezen van behandelingen.

Ik was en ben de enige die met al mijn broers en zussen een relatie heb ongeacht wie hun moeder of vader is. Zij zijn voor mij volwaardige broers en zussen en geen halfbroer of zus. Ik houd van ze, voel veel verwantschap, ontroering, verbinding en trotsheid. Sterker nog, ik ben blij dat ik nu hier zit, ongewild verhalen aanhoor, met een woekerende ziekte die hen bespaard is gebleven. 

Waheeda

Mijn dagelijksheden met kanker deel ik schaamteloos met jou en, hoop je aan te moedigen je eigen wijsheid te vinden en te leven zoals jij wilt ondanks ziekte, angst of knagende draken.

 

Translate »
Wat onze klanten zeggen
19 beoordelingen