Lang dacht ik dat het moment dat wij. hier in deze foto. ons aan elkaar vastklampen, mijn mooiste moment was met jou. Je draagt kleren die wij samen hebben uitgezocht voor mijn bruiloft in één van jouw lievelingskleuren, turquoise. Ook één van mijn lievelingskleuren. Hier zijn we verstrengeld in elkaars armen en als geen ander weten we waarom. Hier trouw ik met Rik, jouw zoon. We huilen uit blijdschap en met de wetenschap dat wij samen, ik zijn vrouw en jij zijn moeder, hem bij zullen staan en helpen het verlies van zijn kinderen te dragen. Dat beloofde ik hem deze dag.  In dit moment stonden wij – hij, jij en ik er niet meer alleen voor. Op die dag werd jij ook mijn moeder. En, al mocht ik je geen mama noemen, want die heb ik al volgens jou, weet ik, vooral nu ik zelf ziek ben, dat moeders  in vele vormen komen.

Moederliefde, wijsheid en aandacht vind ik in de vrouwen die nu liefdevol om mij heen staan. Jij bent  de moeder die mij haar zoon toevertrouwde, mij je sterke schouders bood en mij en Jaden volledig omarmde. Jaden  mocht jou wel oma noemen.

 Jouw taak, als moeder als steun, als klankbord, als baken, niet alleen voor Rik maar ook voor mij was je al ongewild, door de tijd wreed opgedrongen, aan het loslaten. Jouw eigen woorden:

“Het voelt leeg in mijn hoofd. Deze wereld past niet meer bij mij.”

Jouw dementie scheidde onze werelden. Jij leefde steeds meer in de schaduwen terwijl jouw geliefden jou steeds terug het licht in probeerden te trekken.

Af en toe, als ik je angst voelde, wilde ik je vasthouden. Wanneer je mij steeds vaker niet herkende, besefte ik dat ik jou noodgedwongen moest loslaten. Door corona zagen we elkaar heel sporadisch. Ik belde je wel en ging soms spontaan op bezoek. Ik had op een gegeven moment bedacht alles wat je tegen mij zei vast te leggen, uit angst jouw woorden, jouw zijn kwijt te raken. Vorige jaar april belde ik je een week lang iedere dag en schreef ik ons gesprek op. Toen al vloeiden de tranen. Op de zevende dag ging ik bij je langs en nam ik het gesprek op. Die zeven dagen zouden anders zeven nietszeggende dagen geweest zijn. Vergeten, alsof ze niet geweest waren. Nu zijn die dagen gevuld met jouw woorden en voor mij alleszeggend.  Toen verlangde ik naar wat was en nu verlang ik naar toen.

In december werd ik ziek. Dat wilde ik je besparen. Want hoe leg ik aan je uit dat ik kanker heb en daar aan ga overlijden? Een vrouw die je niet meer kent? Waar haal ik de kracht vandaan om dan uit te leggen wie ik ben? Wat heb jij daar aan om te weten dat ik ziek ben? Uiteindelijk heeft Rik het jou verteld en bleef je hem vragen, als hij op bezoek kwam, naar zijn ziek vrouwtje. Wie ze was en hoe ze heette wist je niet meer. De laatste woorden die wij met elkaar wisselden waren in de zomer van dit jaar tijdens onze familiedag. Ik was één van de velen, daar schaam ik me voor, die jou vroeg: weet je wie ik ben Jannie?

 Waarop jij antwoordde:

“Ja! Maar waarom wil jij dat weten?”

 Daar moest ik hard om lachen. Wat een goede vraag! Waarom wil ik weten of jij weet wie ik ben? Of jij mij kent? Of, sterker nog: waarom wil ik weten wie ik ben? Waarom is dat belangrijk? Waarom vinden wij mensen dat belangrijk? En, wie kan nou met volle zekerheid en overtuiging zeggen wie hij/zij/het is? Identiteitsvraagstukken hebben vaak te maken met angst. Angst om niet gezien te worden, om nergens bij te horen om alleen te staan om buitengesloten te worden, om op te gaan in de schaduwen. Niet willen weten is overgave, vertrouwen en uiteindelijk liefde voor wat nu is. Dit soort hersenspinsels heb ik nu en kon ik vroeger met jou delen. Zoals mijn leven nu is vraag ik mij niet meer af wie ik ben. Het enige wat in dit moment vast staat is dat ik Waheeda ben en jij Jannie.

Jou kende ik zo goed en was zo verliefd op jou. Zoveel dat ik, toen het jou steeds moeilijker werd om alleen te wonen, ons huis met jou wilde delen. Een aanbouw laten bouwen speciaal voor jou. Dat zag ik wel zitten. Maar de zelfstandige en eigenwijze vrouw die jij was peinsde er niet over.

Wij leerden elkaar kennen in 2007. Al snel nadat ik Rik leerde kennen. Je speelde accordeon,  zong in een koor, deed vrijwilligerswerk bij vluchtelingenwerk, schilderde, danste graag, bezocht voorstellingen, reisde in je eentje naar Australia, reed twee keer per week van Doetinchem naar Zeist om op je kleinkinderen te passen.

 Trouwen heb ik nooit echt gewild. Want net zoals jij ben ik ook een eigenwijze vrouw die haar eigen boontjes dopt en vanaf haar 19e altijd op eigen benen heeft gestaan. Rik liet al heel vroeg in onze relatie weten dat hij dat wel wilde en dan met mij. Ik heb wel wat huwelijksaanzoeken gehad, net zoals jij, maar alleen op dat van Rik ging ik in. Mede door jou. Ik voelde zoveel verwantschap. We konden uren met elkaar praten en tot laat in de nacht filosoferen: over vrouwendingen, over onze relaties, onze vriendschappen, over levensovertuigingen, over schrijven en schilderen,  over cultuur over het anders zijn.

 Wij waren vrouwen die geloven in de kracht van liefde en compassie en die niet snel oordelen. Jij ontving mij, de Indiase, Guyanese, Moslim, Nederlandse vrouw met  afgeslankte en verwaterde tradities en haar zoon met open armen. Je wilde over mijn achtergrond weten en dwong mij, daardoor, ook om zelf daarover na te denken.

 Je ging met mij mee naar mijn moeder, trok Indiase kleren aan en vierde Iftar (het breken van het vasten) tijdens Ramadan in het gemeentehuis in Den Haag.  Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Wij worstelde beiden met de ‘wie ben ik’ en ‘waartoe ben ik hier’ vragen. Wij praatte veel over het nu en het hierna en over het concept god en verwonderde ons dat, al scheelde wij een generatie, we allebei als meisjes, in meer of mindere mate, streng religieus zijn opgevoed. Jij in de Achterhoek en ik in Guyana. Beiden zochten wij daarin een eigen weg. Jij wilde ook mee in mijn zoektocht. Misschien een keer mee naar een Soefie-avond? Wij waren het steeds over eens dat wie of wat God dan ook is, voor ons staat hij/zij/het voor liefde, compassie en acceptatie. Niets meer niets minder. Simpel.

In de basis waren we  gelijkgestemde vrouwen die vele verliezen en tegenslagen kenden. Jij verloor als jonge moeder jouw man en voedde drie prachtige kinderen op die met hun levenshouding, beroepen en karakters de wereld een klein beetje beter en mooier maken. Om maar niet te praten over je kleinkinderen. Als ik er nu aan denk dan doet het mij pijn om te bedenken dat ik misschien de kinderen van Jaden nooit zal meemaken. Dat ik een groot deel van het leven van mijn bonus-kleinkind moet missen. Hoe moet dat voor jou geweest zijn? Nog in leven en toch zoveel missen? Ik heb het schrift gelezen waar je brieven in schreef naar de kinderen van Rik en het boekje voor de kinderen van Bernadette. Mijn hart brak.

 Nu is het klaar en is het goed. Maak je geen zorgen. Zolang ik leef zal ik Rik bij staan tijdens zijn restless nights met zijn restless legs die hij overigens van jou heeft, zoals vele andere nukken. Ook dat maakt hem en jou zo bijzonder. Daarom houd ik ook van hem. De restless legs hadden wat mij betreft niet gehoeven. Rik staat mij liefdevol bij als een rots. Ook dat heeft hij van jou.

Dit is voor jou Jannie:

Dit moment.

Je marmeren huid ligt onder mijn handen.
De kleurschakeringen op jouw huid vertellen, als uitgelopen en opgetekende inkt, jouw verhaal.
Van jouw lief en leed.
Van jouw letterlijke vallen en opstaan.
Van alle vrouwen voor jou.
Van jouw tragediën en triomfen.
Nu heeft het vallen je geveld.

Wij strelen jou zoals je een kind streelt.
Mijn tradities schrijven voor dat ik niet mag huilen.
Tevergeefs.
Mijn tranen vermengen zich met het water waarmee we jou wassen.
Mijn tranen liggen op jouw lijf.
Jouw lijf ligt onder mijn handen.
Jouw leed onder mijn vingers.
Jouw liefde in mijn lijf.
Mijn liefde in mijn ogen en op jouw huid.
Je bent geen oude, voorovergebogen, kwetsbare vrouw.
Je bent mooi! Een jonge, schone, trotse leeuwin.
De jaren zijn verdwenen.
Je lijf is rank en je gezicht rimpelloos.
Ik wil zoveel tegen je zeggen, de woorden ontbreken.
We trekken jou nieuwe kleren aan.
Kleren die ik, net zoals dat moment toen, voor jou heb uitgezocht.

Ook nu was je erbij en ook nu wist ik wat je mooi vindt.
Kleurrijk en lekker zittend.

Ik wil je zoals in de foto weer vasthouden.
De avond ervoor heb ik je haren gestreeld.

Je verteld dat je voldoende hebt gevochten.
Dat het vechten niet meer nodig is.

Dat je nu mag rusten.
Ik zie rust in je gezicht.

Dit moment hier dat jij door ons – je dochter en schoondochter verzorgd wordt,
dit moment dat je hier in en door onze handen gedragen wordt,
dit moment dat wij jou eren zoals vrouwen elkaar eeuwen eren,
dit moment dat wij jou voorbereiden voor jouw volgende reis,
dit moment dat wij jou voor je geliefde in je mooiste kleren steken,
dit moment dat jij ons toestaat jou op jouw puurst en kwetsbaarst te zien,
dit moment waarin alles wat wij gedeeld hebben uit mijn handen vloeit,
dit moment dat jij hier ligt omringd door jouw leven,
dit moment dat jij op de drempel van het onbekende staat,
dat moment en dit moment vloeien nu samen.

Dit moment is mijn mooiste moment met jou.
Dank je wel Jannie.
Tot dat moment dat wij elkaar weer zien.

 

Waheeda

—————————————–

“De liefde is de grootste”
Jannie
30-06-41 / 02-09-22

 

Translate »
Wat onze klanten zeggen
19 beoordelingen