Er is niets zo intiems als het delen van een ziekenhuiskamer.
“U heeft eerder een catheter gehad toch?”
“Helaas wel.”
“Dan weet u dat het iets kan gaan lekken.”
“Mag u staand of zittend plassen?”
“Ik mag zittend plassen.”
Dit gesprek werd ongeneerd in mijn aanwezigheid gevoerd. Wij liggen hier toch al in een zeikenhuiskamer met onze hele hebben en houden, bedekt of onbedekt. Even kwetsbaar en even sterk te zijn.
Mag? Mag? Van wie mag het? Van zijn vrouw? Van zijn moeder? Of is dit nou zo een typische Nederlandse uitspraak waar ik niets van snap.
Aan de stem van achter de gordijnen kan ik horen dat mijn kamegernoot geen jonge god meer is.
Zo maakte ik kennis met mijn one night stand (we delen voor één nacht een kamer). Henk is al jaren een strijder van kanker, vertelde hij de volgende dag. Een veteraan in het AVL.
Even dacht ik wat onhandig dat ik nu met een vreemde man op de kamer lig, enkel gescheiden door een gordijn. Mijn vader, die vandaag jarig zou zijn, zou dit helemaal niet goedkeuren al ben ik inmiddels een vrouw van middelbare leeftijd. Voor hem was ik nog steeds al een klein meisje. Klein ben ik zeker maar meisje… Mijn moeder ziet mij ook zo.
Vroeger als ik op straat liep en, er liep een onbekende man achter mij waarvan hij vond dat hij mij te lang aanstaart, ik ben dus nergens van bewust, dan vraagt hij of ik de man ken?! Nee, ik ken hem niet.
Ik groeide op met een vader die niet toestond dat ik uitging, een vriendje had, laat staan ééntje dat ongemerkt achter mij loopt. Gelukkig stelde hij deze vragen dan niet aan de man die achter mij liep. Dit speelde tussen mijn 13e en 17e jaar. De puberteit. Vreemd eigenlijk dat je vader je op die leeftijd al wil beschermen tegen mannen. Ik zag mijzelf helemaal niet als een aantrekkelijk wezen. Maar, ik was daardoor sweet sixteen and echt never been kissed. Ik vond natuurlijk wel manieren om de strenge regels van mijn vader te omzeilen. Niet om iets met jongens te doen maar om gewoon met vriendinnen af te spreken. Deze vorm van strengheid en beschermen tegen het mannelijk geslacht, heeft mij mijn graduation party gekost. Ik mocht als enige afgestudeerde er niet heen van mijn vader. Dat was één van de belangrijkste avond van de middelbare school. Mijn vader dacht dat hij mij rechstreeks naar Sodom en Gomorra stuurde.
Dat heb ik heel lang heel erg gevonden.
Ik heb ooit tegen mijn vader gezegd dat ik op mijn 18e op mijzelf wilde wonen. Wij woonden toen in Guyana in een cultuur die dat niet toestond. De reactie van mijn vader?
“Je gaat pas het huis uit als je trouwt!”
Papa is in 2012 overleden in New York. Gedurende de tien jaren dat hij daar woonde, hebben wij over dit soort dingen veel gepraat, verwerkt en om gelachen. Hij begreep ook niet meer waarom hij zich zo gedroeg, maar wel dat mij wilde beschermen. Hij begreep dat het voor mij heel moeilijk was.
Op mijn 17e verhuisde ik naar Nederland naar mijn moeder. Niet om mijn vader te ontvluchten maar mij te verenigen met een moeder die ik niet kende en waar ik mijn hele jeugd naar verlangde. Op mijn 18e studeerde ik Engelse Taal en Letterkunde aan de RUL en woonde ik op kamers op het Gerecht in Leiden. Alleen. Wel in een studentenhuis met alleen meisjes. Daar heeft mijn vader mij nog opgezocht en was erg onder de indruk van wat ik in de korte tijd in Nederland voor elkaar had gekregen. Natuurlijk reuze blij dat ik met hele brave, sokken tot aan de knieën, meisjes woonde.
Afgelopen 15 jaren heb ik alleen met mijn eigen man op een kamer gelegen, in hetzelfde bed ongehinderd door kleren. Mijn man en ik slapen naakt en ik nog soms wel met een onderbroekje aan.
Wist je dat dat heel gezond is? Naakt slapen:
zorgt dat je sneller en beter slaapt,
is goed voor je huid,
verlaagt je lichaamstemperatuur en daardoor cortisol (stresshormoon),
is goed voor je relatie door meer huidcontact,
beter voor je geslachtsorganen,
en, voor je zelfvertrouwen en zelfbeeld.
Ik heb in het ziekenhuis voor het eerst in een lange tijd nachthemden aan. De eerste nacht had ik het nachthemd van het ziekenhuis aangehouden. Niet moeilijk doen en lekker vrij. Vanavond heb ik van de Hema een lekker oversized, houthakker flanellen nachtoverhemd aan. Zo voel ik me ook vrij.
Mag je staand of zittend plassen?
Had ik deze vraag ook maar gesteld aan mijn vele dates, vriendjes, potentiële partners. Want staand plassen, behalve op openbare toiletten kan echt niet! Dat Henk staand plast vind ik nu ook minder. Dat betekent dat ik telkens de toiletbril moet schoonmaken als ik het toilet gebruik. Hangen boven de pot kan niet met een 25 cm buikwond.
De volgende ochtend zie ik ergens uit mijn ooghoek Henk achter de gordijnen verschijnen onderweg naar de badkamer. Naakt?!
Ja wat maakt het nog uit. We hebben al samen een nacht doorgebracht. Ik weet nu dingen van hem die velen niet weten. We zijn op ons kwetsbaarst. Ik mijn vrouwelijkheid kwijt en hij zijn mannelijkheid. Opgevreten door kanker.
Henk werd dezelfde door opgevolgd door “buurman.”
Buurman! Buurman! Kunt u mij horen?
De laatste keer dat ik vanachter mijn kuise gordijnen roep. Een paar keren eerder geroepen maar buurman hoorde mij toen ook niet. Buurman antwoordt niet.
Buurman heeft andere zorgen. Mijn gordijnen zijn opzij geschoven en ik zie dat hij ook al op leeftijd is en ik denk met bijbehorende doofheid. Buurman kijkt vastberaden de ander kant op. Buurman is, schat ik in, dezelfde leeftijd die mijn vader zou hebben als hij hij leefde.
Ook hier gaat het weer om plassen. De buurman is waarschijnlijk net geholpen en, nu vul ik het zelf maar in, naar aanleiding van het gesprek dat volgde over catheters, en plassen, waarschijnlijk aan zijn prostaat of plasbuis.
Er volgde weer herhalende taferelen van:
“Heeft u geplast.”
“Nee.”
“U moet dan meer drinken.”
“Even kijken hoeveel u geplast heeft.”
“Heeft u geplast?”
…
Na een paar uren was Buurman weer weg. Geen woord met elkaar gewisseld. Geen afscheid van elkaar genomen. Geen one night stand maar eerder een bezoek aan de red light district. Mijn red light brand alleen niet meer. Mijn red light is gedoofd en ik lig nu achter gordijnen alsof ik niet gezien mag worden. Ik wil eigenlijk ook even niet gezien worden. Ik wil privacy als een leeuwin die zich terugtrekt om haar wonden te likken.
Aan mij wordt steeds gevraagd of ik heb gepoept.
Nee, nog niet.
“Het plassen gaat heel goed. Er zit meer dan een liter in het zakje.”
Ik draag namelijk ook een catheter. Ik heb de dagwedstrijd gewonnen. Meer geplast dan Buurman!
In één kamer liggen uitgedoofde testosteron en oestrogeen.
Mannelijkheid en vrouwelijkheid op een gelijk niveau.
Ik lig als enige vrouw op de afdeling Urologie.
De afdeling gynaecologie is vol.
Ik vind het niet erg.
Tussen de mannen liggen geeft rust, leid af en zorgt voor vermaak.
Heb ook altijd meer mannelijke coachklanten gehad dan vrouwelijke.
Dat ik door een vader ben opgevoed, heeft mijn mannelijke kwaliteiten versterkt.
Ik heb genoeg aan mijzelf, mijn eigen mannen en mijn zus die mij bezoeken.
De verpleegkundigen zijn streng maar lief. Ik ben in goede handen.
Op dag 2 loop ik al rond en kan ik zelfstandig naar het toilet.
Eerst even schoonmaken.
Waheeda
Mijn dagelijksheden met kanker deel ik schaamteloos met jou en hoop je aan te moedigen je eigen wijsheid te vinden en te leven zoals jij wilt ondanks ziekte, angst of draken.
Mooi verhaal 😘
Dank Fred en ook dat je erbij blijft.