‘Hi darling, good to see. How are you?’
‘Not so good. This is my father. I had a three month chemo break and had to be admitted for two weeks because I had four litres of liquid in my belly’, vertelt Sarah met een zachte stem. Ze is net zo klein als ik en inmiddels heel tenger van de ziekte. Ik kan zien dat haar buik is opgezet. We lopen haar en haar vader tegen het lijf in het AVL. Ik heb zojuist mijn plan met dokter Heimans besproken: tot eind september geen reguliere behandeling, dan een scan en een nieuwe PICC-lijn plaatsen. Begin oktober starten met een lage dosering van weer een nieuwe chemotherapie of met de Drup studie. Mijn voorstel: experimenteren met drie rondes chemo om de kankercellen te verzwakken en dan een maand of twee niets en dan weer drie rondes. Zij sputterde niet tegen, maar waarschuwde dat juist in de periode zonder behandeling er weer groei kan ontstaan. Ik geloof dat de chemo nog doorwerkt en dat mijn complementaire protocol en leefstijl mij helpt. Dat betekent ruim twee maanden niets. Morgen gaan we op vakantie naar Corfu. Weer in zee zwemmen nu ik even geen PICC-lijn heb. Maar ook om er echt helemaal uit te zijn, ook voor Rik die na een maand in en uit het ziekenhuis op zijn tenen loopt. Bij terugkomst heb ik mijn boekpresentatie en een kort optreden op een storytelling event.
Sarah, mooi, sprankelend en Amerikaans, heb ik vorig jaar leren kennen. Zij nam contact met me op, na het lezen van mijn blogs. Haar uitnodiging om op bezoek te komen heb ik nog niet ingewilligd.
‘Your eyes sparkle. I can see you have a lot of strength’, zegt haar vader die met haar meegekomen is tegen mij.
‘Thank you. I am trying my best, but it is hard.’
‘Don’t believe in statistics. We’ll beat the numbers. But it is hard,’ Hij kijkt richting Rik voor bevestiging. Rik beaamt dat het moeilijk is. Sarah begint weer aan chemotherapie. Ook zij heeft een afspraak met dokter Heimans. Zo kwetsbaar heb ik haar nog niet meegemaakt. Ik zie de angst in haar ogen en mijn maag draait zich om.
‘Take care my darling. I’ll keep in touch.’ Ik omhels haar en vind het moeilijk om haar los te laten. Aan haar zachtaardige en strijdlustige vader die steeds zijn dochter in een ander land moet achterlaten en niets kan doen om haar te helpen, zie ik dat hij gebukt gaat onder verdriet. Ik moet aan mijn eigen vader denken en ben blij dat hem dit bespaard is. Rik en ik lopen samen in stilte terug naar de auto. Ik voel mij bijna schuldig dat ik op vakantie ga en hoop dat ik Sarah wel weer te zien krijg.
Die avond laat ontvang ik een whatsapp van Mathilde. Het gaat hard achteruit en ze wil mij op de hoogte brengen. Ze kan niet meer eten en drinken. Ik weet niet hoe ik moet reageren. Vorige jaar maart legde zij contact met mij en vertelde dat wij dezelfde ziekte hebben. We hebben met beeldbellen honderduit gekletst alsof we elkaar al heel goed kenden. Sindsdien houden we contact. Onze afspraak om samen koffie te drinken, gaat niet nagekomen worden. Ik bewonderde haar. Zij was een beetje mijn referentiekader. Zij durfde tussen de chemorondes door naar Japan te gaan. Held! Voordat ik Frodo kreeg, heb ik met haar overlegd over het krijgen van een kat. Zij moedigde mij aan. Ze had er zelf ook een. Twee weken geleden hebben we elkaar op beeld gezien en lang met elkaar gesproken. Toen vertelde ze al dat het slecht ging. Zaterdag op Schiphol beantwoord ik haar app. Ik vertel hoe dapper en inspirerend ik haar vind en dat ik op Corfu een kaars voor haar aansteek en energie naar haar stuur en dat ik van haar houd.
Ik heb special assistance voor mezelf aangevraagd. Onze gate D77 is ver weg, Ik ben zo moe. De metastases (uitgezaaide tumoren) in mijn longen drukken zo hard op mijn ribben, dat ik deze keer wel blij ben met de rolstoel. Voor de check in zat ik op de koffers en werd ik door Jaden geduwd. We maken een foto en ik stuur deze naar Mathilde.
Na de douane spreken we af dat Rik mij duwt. Schroom is allang vervlogen. Zoals mijn nichtje Sheira zo mooi zegt: ‘you have a budget of energy and you have to choose wisely how to spend it.’ Dat betekent voortdurend keuzes maken. Liever op een festival dansen dan heel lang lopen naar een gate of in lange rijen staan. De vermoeidheid is nu zwaarder dan toen we in april, slechts een week na chemotherapie, naar Curacao gingen. Een teken dat mijn lichaam niet meer zo veel kan hebben. Een week geleden lag ik nog in het ziekenhuis. De koorstaanvallen zijn ook nog maar kort geleden. De vermoeidheid overschaduwt alles en van een idyllisch begin is geen sprake. Ons vakantiehuisje is ver weg van de doorgaande weg en winkels. Zo ben ik afhankelijk en kan ik niet zelf eropuit. Mathilde reageert op mijn foto en bericht: ‘Dankjewel Waheeda. Geniet van Griekenland. Sterkte met jouw reis de komende tijd. Hou je goed ‘ Ik ben te moe om in slaap te vallen, te moe om te reageren maar weet dat ik op deze plek, in dit huisje, niet ga genieten.
De volgende dag gaan we op pad in onze Fiat 500. We rijden langs de kust over bergen heen en wanen ons in Italiaanse, Venetiaanse sferen. Hier en daar staan huizen in aardse tinten: oker, roze en rood. De bergen, bermen en tuinen staan vol oeroude, verweerde maar vruchtbare olijfbomen, als kranige, statige wijze genezeressen. Het verhaal gaat dat door de hoeveelheid en de hoge leeftijd van de olijfbomen er een helende energie op het eiland hangt. Energie die ik wel kan gebruiken om van vermoeidheid verlost te worden. Ik verwonder mij meer om de bomen dan om de gebouwen en mensen. Voordat we vertrekken, wil ik minstens één keer onder een oude olijfboom zitten of liggen en de energie voelen. We besluiten dat deze vakantie een viering is van onze twaalfde huwelijksdag op 1 oktober aanstaande. Een dag die ik niet dacht te halen. Mag ik hopen op twaalf en een half of misschien zelfs dertien?
Onze eerste stop is Benitses, een klein badplaatsje met de uitgestrekte Ionische Zee aan onze voeten en een typisch Griekse ambiance: bootjes, strandje, kleurrijke taverna’s en huizen. Hier wil ik wel verblijven. Aan een lokale autoverhuurder vraag ik of hij een huurappartement voor ons weet. Zijn vader heeft een hotel. Hij biedt aan ons daarheen te brengen en rijdt voor op zijn aftandse scooter. We waren direct verkocht. Alles wat we nodig hebben. Op loopafstand van winkels, supermarkten, leuke restaurants en een strand. We gaan lunchen aan het strand in Poseidon Beach Bar. Tijdens het wachten op de salades, kazen en gegrilde groentes, kijk ik even op Instagram. Ik zie dat het met Mathilde slechter gaat. Ze vertelt in duidelijke taal dat ze nu met geliefden thuis begonnen is aan haar laatste dagen. Dat zij nu nog daarover schrijft en deelt vind ik mooi, passend bij hoe ik haar ken en dapper. Ik ben al twee lotgenoten kwijtgeraakt: Latifa en Marit. Je zou denken dat ik dan voorbereid ben. Maar hoe bereid je je voor op verlies? Dat valt niet voor te bereiden. Hoe bereid je je voor op je laatste dagen? Dat is iets wat je in het moment zelf zal voelen lijkt mij. Zoals Mathilde dat nu voelt. Of misschien organisch zal ontstaan. Al heb ik veel neergepend over mijn laatste dagen, ik heb geen idee hoe ik mij dan zal voelen.
Ik besef nu dat haar whatsapp aan mij een afscheidsbericht was. Toen had ik dat niet door en wederom voelt het als het verliezen van een familielid. Vrouwen die iets met mij delen dat niemand anders met mij kan delen. Gelijkgestemde vrouwen. Jonge, vitale, betekenisvolle vrouwen die fysiek kapot zijn gemaakt door een draak van een ziekte en die hun laatste dagen en stervensrust hebben omarmd. Ik loop van de tafel weg, ga het strand op en sta voor het eerst met mijn voeten in het water. Ik huil om heldinnen Mathilde, Latifa, Marit, Sarah, om zoveel vrouwen. Ik huil om wat mij en mijn gezin te wachten staat. Visjes knabbelen aan mijn voeten alsof ze mij eraan willen herinneren waar ik ben en terughalen naar het nu naar het feit dat ik hoe dan ook nog leef, hier op Corfu.
******
Vier dagen nadat ik Mathildes bericht op Instagram heb, zes dagen na haar afscheidsapp, laat haar vriend op Facebook aan haar vrienden weten dat ze is overleden. We zitten in een restaurant in Kavos, als ik dit lees. Ik schrik, het eten is net opgediend. Ik kijk naar het eten en weet al dat dit niet gaat smaken, maar ook dat ik wel wat moet eten om mijn supplementen in te kunnen nemen. De banaliteit van mijn heden staat in schril contrast met de werkelijkheid: Mathilde is er ineens niet meer. Al wist ik dat het onvermijdelijk was, het voelt als plotseling, ineens. Haar laatste blog, ‘Hoe te sterven’, plaatst hij. Daarin staat de volgende quote:
Dance, dance, otherwise we are lost. Pina Bausch
Ik wil niet huilen. Ik wil gillen, wegrennen uit het restaurant, iets kapot maken. Maar mijn werkelijkheid is dat ik hier met mijn mannen zit. Op Facebook reageer ik met woorden die onmogelijk de diepte en zwaarte van wat ik voel kunnen weergeven. Het gaat niet om mijn gevoelens maar nu om haar vriend die zijn geliefde kwijt is geraakt. Zoals mijn geliefden mij gaan kwijtraken. Vorige week had ik mijn uitgever gevraagd of ik nog twee namen toe kon voegen van de mensen aan wie ik mijn boek opdraag: Mathilde en Sarah als vrouwen die alles uit het leven haalden ondanks hun doodsvonnis. Gelijkgestemden, zussen. Helaas was het boek al gedrukt.
Onderweg naar de auto zeg ik dat ik nog even het strand op wil.
‘Ik wil zo graag gillen, maar weet niet hoe. Ik heb sinds ik deze ziekte heb nooit écht hard gegild, geschreeuwd. Wil je me helpen, Rik?’
Rik schreeuwt. Zachtjes. Ik doe hem na, hard. Eén keer en nog een keer. Zo hard dat mijn stem overslaat.
‘Dat is goed. Vooral als je stem overslaat.’
In het zand, in het donker, dicht bij het water schrijf ik de naam ‘Mathilde’ en teken er een hart omheen en hoop dat het water haar zachtjes, wiegend meevoert naar de oorden waar zij heeft gelopen en nog verder. De vrouw wiens naam machtige strijdster betekent.
‘
Hartverscheurend maar ook hartverwarmend. Bijzondere connecties tussen bijzondere vrouwen die elkaar anders niet hadden gevonden en nu voetprintjes na laten in elkaars leven